Binnen de begroting en de rekening worden de capaciteitskosten toegerekend aan de begrotingsprogramma’s en taakvelden. Dit betreft de totaal ingezette capaciteit inclusief extern ingehuurde capaciteit volgens het capaciteitssturingsbeleid.
Alle kosten van capaciteit worden verzameld bij de sectoren en vervolgens over de programma’s verdeeld op basis van begrote capaciteitsinzet. Daarmee wordt de inzet toegeschreven aan de opgave(n) waar de provincie voor staat.
Toerekening capaciteitskosten
De capaciteit wordt ingezet voor de realisatie van investeringen (balans) en begrotingsprogramma’s. Onderstaand overzicht toont de toedeling van de capaciteitskosten naar de verschillende begrotingsprogramma’s en investeringen in miljoen €.
Capaciteitskosten naar programma/investering
Capaciteitskosten | Ontwerp begroting | Actuele begro-ting | Begroot toereke-nings-percen-tage | Toegere-kend in jaar-rekening | Gerealiseerd toerekenings-percentage | Verschil Begroot Gerealiseerd |
---|---|---|---|---|---|---|
In miljoen € | % | % | Min is voordelig | |||
1 – Openbaar Bestuur | 9,5 | 9,8 | 8,30% | 9,3 | 8,12% | n.v.t. |
2 - Klimaat en Milieu | 4,9 | 6,1 | 5,18% | 6,0 | 5,23% | n.v.t. |
3 – Ruimte en Water | 9,6 | 10,3 | 8,68% | 10,1 | 8,82% | n.v.t. |
4 – Bereikbaarheid | 23,8 | 26,1 | 22,06% | 27,1 | 23,74% | n.v.t. |
5 – Groen | 6,3 | 10,3 | 8,72% | 10,1 | 8,83% | n.v.t. |
6 – Economie, Cultuur en Welzijn | 4,1 | 5,1 | 4,29% | 4,9 | 4,29% | n.v.t. |
7 – Financiën en Bedrijfsvoering | 49,7 | 50,1 | 42,33% | 46,3 | 40,52% | n.v.t. |
8 – Economisch herstel en Duurzaamheid | 0,0 | 0,5 | 0,44% | 0,5 | 0,45% | n.v.t. |
Totaal programma's | 107,9 | 118,3 | 100% | 114,3 | 100% | -4,0 |
Naar investeringen* | 15,7 | 15,3 | n.v.t. | 12,3 | n.v.t. | -3,0 |
Totale capaciteitskosten | 123,5 | 133,6 | 126,6 | -7,0 |
In 2021 zijn € 7,0 miljoen minder capaciteitskosten uitgegeven dan begroot.
In de analyse zien we dat € 3 miljoen minder capaciteitskosten worden toegerekend aan investeringen dan begroot. In de begroting 2022 heeft daarvoor al een bijstelling plaatsgevonden, omdat we zien dat dit effect structureel is. De komende jaren verschuiven de kosten meer naar onderhoud wat ten laste komt van de exploitatie.
Capaciteitskosten naar soort
Begroot | Gerealiseerd | Verschil (min is voordelig) | |
Loonkosten | 106,5 | 97,8 | -8,7 |
Inhuur | 21,6 | 24,6 | 3,0 |
Overige kosten | 5,5 | 4,2 | -1,3 |
Totaal | 133,6 | 126,4 | -7,0 |
In de tabel hierboven is een uitsplitsing gemaakt van de totale capaciteitskosten naar kostensoorten.
In deze tabel is zichtbaar dat in totaal minder is uitgegeven aan loonkosten en meer aan inhuur dan begroot. Per saldo is op deze twee posten een voordelig verschil van € 5,7 miljoen aanwezig. De oorzaak hiervan is de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor konden vacatures moeilijker worden vervulden moesten hogere kosten voor inhuur worden gemaakt dan begroot. Ten opzichte van 2020 is de inhuur door verambtelijking wel gedaald van € 33,3 miljoen in 2020 naar € 24,6 miljoen in 2021.
Een onderuitputting van € 1,3 miljoen heeft betrekking op de overige kosten. Dit betreft onder andere opleidingskosten en reiskosten. Bij deze onderuitputting speelde waarschijnlijk de coronapandemie nog steeds een rol, waardoor opleidingsmogelijkheden minder werden benut en er minder werd gereisd.
Omdat onderliggend in de organisatie het toerekeningspercentage wordt verfijnd tot het niveau van organisatorische eenheden op directieniveau, kan het gerealiseerde toerekeningspercentage als gevolg hiervan iets afwijken van het begrote toerekeningspercentage. Omdat de grootste verschillen tussen de begrote en gerealiseerde capaciteitskosten met name te vinden zijn bij directies waarvan de kosten landen op het programma bereikbaarheid en bij overhead in het programma financiën en bedrijfsvoering, zien we daar ook de grootste procentuele verschillen in de toerekeningspercentages.